De meeste werknemers in Nederland bouwen via hun werkgever pensioen op. Toch levert de AOW plus het aanvullend pensioen niet altijd voldoende inkomen op om het gewenste bestedingspatroon na de pensioendatum te kunnen handhaven.
Dat kan bijvoorbeeld komen doordat je pensioenopbouw niet hoog genoeg is om voor een optimaal pensioen te zorgen. Ook als je (tijdelijk) parttime hebt gewerkt of voor werkgevers zonder of met sobere pensioenregelingen hebt gewerkt, leidt dat uiteindelijk vaak tot een lager pensioenresultaat dan je misschien had verwacht.
Bij pensioenregelingen die via een verzekeraar lopen, kun je meestal extra premie van je brutosalaris inleggen om je pensioen te verbeteren. Die extra premie (bruto) wordt dan via je loonstrook ingehouden. Maar als je via je cao verplicht pensioen opbouwt bij een pensioenfonds, heb je die mogelijkheid niet. Voorheen kon je dan alleen via een lijfrente extra sparen voor je pensioen, maar de fiscale ruimte daarvoor was beperkt.
De nieuwe Wet toekomst pensioenen maakt het makkelijker om extra bij te sparen, of dat nu in pensioen of lijfrente is. Vanaf nu kun je maximaal 30% van de pensioengrondslag (dat is de totale ruimte naast de premie die je al betaalt) extra inleggen. De pensioengrondslag is je salaris min de AOW-franchise (in 2025 is dat € 18.475).
Het belangrijkste uitgangspunt van deze wet is dat pensioenopbouw plaatsvindt op basis van een vast premiepercentage. Stel dat je pensioenregeling een vast premiepercentage van 18% heeft. Dan kun je dus nog 12% extra inleggen om bij te sparen.
Elke extra euro die je in pensioen inlegt, moet levenslang worden uitgekeerd. Hoe oud je wordt, weet je niet, en het is onzeker of je later nog extra inkomen nodig hebt. Bij lijfrente kun je kiezen voor een tijdelijke uitkering van minimaal vijf jaar vanaf het jaar waarin je de AOW-leeftijd bereikt. Door inzicht te krijgen in je situatie, kun je bepalen of een levenslange aanvulling nodig is of dat een tijdelijke uitkering beter past.
In pensioenregelingen wordt bij overlijden meestal alleen het afgesproken partnerpensioen uitgekeerd, maar extra ingelegde premie verhoogt dit meestal niet. Bij lijfrente gaat de extra ingelegde premie én het rendement wel naar je nabestaanden.
De beleggingskosten in een collectieve pensioenregeling zijn vaak lager dan wanneer je kiest voor beleggen via een lijfrente. Als je een langere aanvulling in de uitkeringsfase wilt, kan bijsparen in pensioen dus een goede optie zijn.
Met de nieuwe pensioenwetgeving worden premies in pensioenregelingen altijd belegd. Bij lijfrente kun je kiezen tussen beleggen of banksparen, waarbij je een rentevergoeding krijgt over je inleg.
Naast extra bijsparen in pensioen of lijfrente, kun je ook op andere manieren je oudedagsvoorziening verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan extra sparen of beleggen in de privésfeer, of aan het (extra) aflossen van je hypotheek. Dit zorgt ervoor dat je vaste lasten omlaag gaan.
Kortom: of extra bijsparen voor jou verstandig is en op welke manier je dat het beste kunt doen, hangt af van je persoonlijke situatie. Laat je goed informeren en wacht niet tot je bijna met pensioen gaat.
aaff is graag overal van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Wil je meer weten over de Wet toekomst pensioenen en de mogelijkheden om extra pensioen op te bouwen in jouw situatie? Neem dan contact op met onze pensioenadviseurs.
Altijd op de hoogte van het laatste nieuws
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws via onze LinkedIn pagina