Veel werknemers spreken het liefst een nettoloon af. Wettelijk mag dat ook. Maar als werkgever wil je graag exact weten wat je loonkosten zijn. Netto-afspraken kunnen achteraf variabeler zijn dan gedacht en brengen dus risico’s met zich mee.
Veel werknemers vinden het fijn precies te weten wat zij maandelijks aan loon ontvangen. Maak je een brutoloonafspraak, dan is dat niet duidelijk. Pas na aftrek van loonheffing en sociale premies weten medewerkers wat hun netto te besteden salaris is. Dit is de reden dat er soms nettoloonafspraken gemaakt worden. Toch is dat niet aan te raden. Want stel dat je werknemer wisselende uren maakt. Dan fluctueert zijn brutoloon en weet je dus niet precies wat je werknemer werkelijk kost.
Het risico voor jou als werkgever wordt nog groter als je werknemer geen loonheffingskorting aanvraagt. In dat geval gaan het brutoloon en de werkgeverslasten verder omhoog. Een hoger brutoloon kan zowel van invloed zijn op het lage-inkomensvoordeel (LIV) voor werkgevers als op de toeslagen die een werknemer mogelijk ontvangt. Overweeg je toch een nettoloonafspraak te maken? Je kunt je werknemer niet verplichten een heffingskorting toe te passen. Wel kun je hem laten weten wat de voordelen hiervan zijn.
Wil je zeker weten wat de loonkosten van je werknemer zijn, dan is het verstandig altijd een brutoloonafspraak te maken. Wil je toch een nettoloon afspreken met je medewerker? Laat dan vooraf twee pro-formaloonstroken maken, één met loonheffingskorting en één zonder. Zo heb je goed inzicht in wat je werknemer in beide situaties kost.
aaff is graag overal van betekenis.Wil je meer weten over netto- en brutoloonafspraken? Neem contact op met onze experts van Salaris en personeelsdiensten.
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws via onze LinkedIn pagina
Altijd op de hoogte van het laatste nieuws