Door de woningnood komt het steeds vaker voor dat burgers agrarische bedrijfswoningen in het buitengebied gaan bewonen. Veelal sluit dit niet aan bij het gemeentelijke bestemmingsplan. Hoe kun je jouw bedrijfswoning laten registreren als plattelandswoning?
Er zijn twee verschillende situaties waarin een bedrijfswoning bewoond kan worden door een burger. De eerste situatie waarin dat mag is als je zowel bedrijfsgebouwen als bedrijfswoning verkoopt aan de nieuwe bewoner. De tweede situatie is als je alleen de bedrijfswoning verkoopt aan een burger. Deze situatie kan bijvoorbeeld voorkomen als je twee bedrijfswoningen hebt. Hoe werkt dat?
Om bewoning van een agrarische bedrijfswoning door een derde toch mogelijk te maken, is de regeling van de plattelandswoning van kracht. Je kunt hiervoor bij de gemeente een verzoek indienen. Je vraagt dan om toestemming voor de bewoning van een tweede woning op je erf door een niet-agrariër. Als de gemeente het verzoek inwilligt, wordt je (extra) woning als plattelandswoning aangemerkt. Iedereen mag de woning dan betrekken.
Een voordeel is dat de wettelijke milieuregels voor geluid- en geurhinder en luchtverontreiniging gelden, die ook al gelden voor het oorspronkelijk agrarische bedrijf. Zo word je niet belemmerd in je agrarische bedrijfsvoering. De toekomstige bewoner weet op voorhand dat er meer geur- en geluidhinder kan zijn.
De wijze waarop een gemeente een voormalig agrarische woning als plattelandswoning aanwijst, is afhankelijk van het beleid van de gemeente. Raadpleeg daarom altijd de lokale regels. Wanneer jouw gemeente het mogelijk maakt om een plattelandswoning aan te wijzen binnen het bestaande bestemmingsplan, kun je een verzoek tot ‘binnenplanse wijziging’ indienen. In het geval het bestemmingsplan deze mogelijkheid niet biedt, kun je door middel van een bestemmingswijziging verzoeken om af te wijken van het bestemmingsplan.
Het verschil in beide procedures om een plattelandswoning aan te wijzen, ligt vooral in de doorlooptijd binnen de gemeente. In het eerste geval is het college van burgemeesters en wethouders (B&W) degene die bevoegd is voor het nemen van de beslissing. Dat gaat relatief snel. In het tweede geval ligt deze bevoegdheid bij de gemeenteraad. Als jouw plan en verzoek langs de gemeenteraad moet, neemt dit een langere tijd in beslag vanwege de beperkte vergaderingen die zij houden.
Het is afhankelijk van het beleid van de gemeente of je het verzoek bij de gemeenteraad of bij het college van B&W in moet dienen. Bij het verzoek hoort een ruimtelijke onderbouwing waarin je beargumenteert dat de plattelandswoning niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening. Goede ruimtelijke ordening vereist een zorgvuldige afweging van verschillende belangen (natuur, mens, mobiliteit, duurzaamheid etc.) en een langetermijnvisie op de ontwikkeling van de leefomgeving. Je moet onderbouwen waarom er na de wijziging nog steeds sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
aaff is graag overal van betekenis. Wil je meer informatie over het realiseren van een plattelandswoning of hulp bij de procedure van het realiseren van de plattelandswoning? Neem contact op met onze jurist vastgoed, ruimtelijke ordening en milieu.
Altijd op de hoogte van het laatste nieuws
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws via onze LinkedIn pagina