Er gaat de komende jaren veel veranderen op pensioengebied. Door de inwerkingtreding van het pensioenakkoord moeten alle pensioenregelingen aangepast worden. Onderdeel van deze transitie vormen een aantal fundamentele wijzigingen die je aandacht verdienen.
De AOW-leeftijd stijgt de komende jaren minder hard.
Jaar | De AOW-leeftijd was | De AOW-leeftijd wordt |
---|---|---|
2020 | 66 jaar en 8 maanden | 66 jaar en 4 maanden |
2021 | 67 jaar | 66 jaar en 4 maanden |
2022 | 67 jaar en 3 maanden | 66 jaar en 7 maanden |
2023 | 67 jaar en 3 maanden | 66 jaar en 10 maanden |
2024 en 2025 | 67 jaar en 3 maanden | 67 jaar |
Je werknemers gaan de komende twee jaar dus ook eerder dan gepland (acht maanden) met leeftijdsontslag. Wil je je werknemer langer aan je organisatie binden? Ga hier dan op tijd over in gesprek. Is leeftijdsontslag inderdaad wenselijk? Begin dan op tijd met pensioencommunicatie, zodat werknemers weten waar ze aan toe zijn.
De financieringsopzet waarbij jongeren te veel betalen voor hun pensioenopbouw en ouderen te weinig, wordt beëindigd. In de nieuwe opzet betalen werkgever en werknemers weer een vlakke premie. Jij krijgt daar als werknemer een pensioenopbouw voor die past bij je leeftijd. Elk jaar bouw je daardoor, naarmate je ouder wordt, een lager pensioen op.
Je kunt straks op je pensioendatum maximaal 10% van het opgebouwde pensioen in één keer opnemen. Hierdoor wordt je pensioen flexibeler inzetbaar, bijvoorbeeld om een hypotheek af te lossen, die mooie wereldreis te maken of eerder minder te gaan werken. Deze eenmalige opnamemogelijkheid geldt ook voor lijfrenten. Op de ingangsdatum kun je dan maximaal 10% van de waarde van de lijfrente in één keer opnemen.
De hoogte van het partnerpensioen is op dit moment ingewikkeld en niet uniform. In het nieuwe pensioenstelsel worden de regels eenvoudiger. Het partnerpensioen wordt gekoppeld aan het salaris dat je had op het moment van overlijden. De hoogte van het levenslange partnerpensioen wordt maximaal 50% van dit salaris.
Bij veel organisaties zijn nu nog middelloonregelingen (en sommige eindloonregelingen) waarin “gegarandeerde” pensioenaanspraken worden opgebouwd. Deze regelingen zijn vanaf uiterlijk 1 januari 2028 niet meer toegestaan. Alle pensioenregelingen worden omgezet naar een regeling waarin de beschikbare premie het uitgangspunt is. De nieuwe maximale premie bedraagt 30% van de pensioengrondslag, ongeacht je leeftijd.
Op dit moment kun je tot vijftig weken fiscaal gefaciliteerd sparen voor verlof. Deze mogelijkheid wordt verruimd naar honderd weken. Daarnaast wordt de strafheffing voor een regeling voor vervroegde uittreding (RVU) tijdelijk versoepeld. Je kunt dan eerder stoppen met werken met behulp van een financiële bijdrage van je werkgever. Over de bijdrage aan de vertrekregeling hoeft de werkgever geen strafheffing te betalen. De vertrekregeling is beschikbaar tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2026, met een uitloopperiode tot 1 januari 2029.
aaff is graag overal van betekenis. Door kennis te delen, advies te geven en voor inzicht te zorgen. Bovenstaande wijzigingen hebben niet alleen voor jou als werkgever, maar ook voor je werknemers grote gevolgen. Ga daarom op tijd aan de slag en betrek daarbij al je stakeholders. Wil je meer weten over pensioenadvies? Neem contact op met onze pensioenadviseurs.
Altijd op de hoogte van het laatste nieuws
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws via onze LinkedIn pagina