Onder bepaalde voorwaarden kun je scholingskosten in aftrek brengen op de transitievergoeding. De werknemer moet daar wel mee instemmen. Je doet er verstandig aan om daarover ook een bepaling op te nemen in de arbeidsovereenkomst of arbeidsvoorwaardenregeling.
Het kabinet wil dat iedereen blijft leren en zich verder ontwikkelt tijdens het werkende leven en dat vraagt om investeringen. Om dit aantrekkelijker te maken voor werkgevers, kunnen zij opleidingskosten van hun medewerkers onder bepaalde omstandigheden aftrekken. Daarbij moet een onderscheid worden gemaakt tussen transitiekosten en inzetbaarheidskosten.
Kosten die in mindering worden gebracht op een eventuele (latere) transitievergoeding, zijn kosten die:
Voorbeelden hiervan zijn scholing, outplacement en het hanteren van een langere opzegtermijn om de werknemer te helpen vanuit een lopend dienstverband naar een andere baan te solliciteren. Deze kosten worden transitiekosten genoemd, omdat ze zijn gericht op het van werk naar werk helpen van de werknemer.
Inzetbaarheidskosten zijn kosten die verbandhouden met het bevorderen van de bredere inzetbaarheid van de werknemer tijdens de arbeidsovereenkomst. Bijvoorbeeld een opleiding die geen betrekking heeft op de functie van de werknemer, maar die juist kan bijdragen aan een betere arbeidsmarktpositie van de werknemer in het algemeen. Zoals een managementtraining voor een medewerker die geen manager is.
Sinds 1 juli 2020 mogen werkgevers ook kosten voor activiteiten gericht op een andere functie binnen de eigen organisatie in mindering brengen op de transitievergoeding. Het hoeft dus niet per se te gaan om een functie elders.
Scholingskosten ten behoeve van de huidige functie die iemand heeft, mogen niet worden afgetrokken van de transitievergoeding. Denk bijvoorbeeld aan een cursus medezeggenschapsrecht die een jurist arbeidsrecht volgt om zijn jaarlijks benodigde permanente opleidingspunten te behalen.
In het ‘Besluit voorwaarden in mindering brengen kosten op transitievergoeding’ staan maar liefst negen voorwaarden om de kosten te mogen verrekenen. De belangrijkste voorwaarden zijn:
Onder de Wet werk en zekerheid (WWZ) ben je verplicht je werknemers te scholen. Sinds augustus 2022 zijn de regels omtrent het aanbieden van scholing gewijzigd.
De werkgever dient de scholing namelijk kosteloos aan te bieden aan de werknemer als de scholing op basis van de wet of de cao verplicht is.
Deze kosten kunnen dus niet worden afgetrokken van de transitievergoeding. Niet-noodzakelijke scholing kan, onder bepaalde voorwaarden, wel in mindering worden gebracht op de transitievergoeding.
aaff is graag overal van betekenis. Heb je vragen over de aftrek van kosten op een transitievergoeding? Onze juristen kunnen je adviseren over transitievergoedingen. Laat je begeleiden. Neem contact op met onze jurist ondernemingsrecht.
Altijd op de hoogte van het laatste nieuws
Blijf op de hoogte van het laatste nieuws via onze LinkedIn pagina